bijlage nr. 389
-2-
beginselovereenkomst van 1968 alsnog gestalte zou kunnen worden
gegeven. Van de zijde van de N.W.B. is daarbij aangedrongen op
het mede in overweging nemen van een of meer samenwerkingsmodel
len als alternatieven van genoemde beginselovereenkomst. Breda heeft
gemeend daarop niet zonder meer afwijzend te moeten reageren opdat
mogelijk toch nog een voor beide partijen aanvaardbare oplossing zou
kunnen worden gevonden. Wij hechtten daaraan grote waarde, omdat a"1
dus een einde zou komen aan de jarenlange verwikkelingen rond de
waterdistributie op het grondgebied van Breda en derhalve ook in he;
gebied Haagse Beemden.
De N.W.B. heeft in het laatste stadium van de onderhandelingen nog
eens uitdrukkelijk gestipuleerd, dat haar volledige integratie van
het gemeentelijk waterbedrijf voor ogen blijft staan. In ieder geval
wil N.W.B. de produktie (winning en zuivering) èn het hoofdleidingen-
net in één hand hebben; partijen zouden slechts kunnen praten over
aanleg en onderhoud van dienstleidingen, inspectie, meteropneming,
incasso, klantencontact enz.
Aldus stelde N.W.B. voor om te praten over:
1. alles blijft of wordt eigendom van N.W.B.; bedoelde werkzaam
heden worden via een dienstverleningscontract door het energie-
en waterbedrijf uitgevoerd;
2. vanaf de dienstleidingen wordt alles eigendom van de N.V. Distri
butiemaatschappij Breda en bedoelde werkzaamheden worden door L
energie- en waterbedrijf uitgevoerd.
In beide gevallen levert N.W.B. het water tegen een prijs, waarin zijn
verwerkt
a. alle produktiekosten
b. alle hoofdleidingenkosten
Dit zijn alle leidingen, behoudens de aansluiting per woning
(dienstleiding)