0 Q bijlage nr. 398 -4- Deze factoren spelen niet alleen een rol bij de overdracht van taken en bevoegdheden van de deelnemende gemeenten aan het Stadsgewest, doch evenzeer bij het entameren van bepaalde activiteiten door het Stadsgewest, waarvoor geen overdracht van gemeentelijke bevoegdheden nodig is. Het staat bijvoorbeeld het Stadsgewest volledig vrij om enige onderzoekstaak ter hand te nemen. Overdracht van gemeentelijke bevoegdheden - waarvoor wijziging c.q. aanvulling van de gemeenschappelijke regeling nodig is - is daarvoor in het algemeen niet vereist. Wel kan echter het gevolg zijn, dat de uitgaven van het Stads gewest groeien, waardoor de bijdragen van de deelnemende ge meenten stijgen, hetgeen voor die gemeenten op budgettaire be zwaren kan stuiten. Voor Breda is dat in het algemeen het ge val. Blijkens de ontwerp-meerjarenbegroting kan in de komende jaren van Breda op niet meer dan een trendmatige stijging van de bijdrage aan het Stadsgewest gerekend worden. III. Er zijn nog enkele redenen om de ontwikkeling van de gewesten in het algemeen met enige voorzichtigheid tegemoet te treden. Eén daarvan is het gevaar van het ontstaan van een z.g. vierde bestuurslaag, waar nagenoeg eenieder bezwaren tegen heeft. Een tweede reden is gelegen in de landelijk aan de gang zijnde ontwikkeling op het stuk van de bestuurlijke organisatie. Er ligt een ontwerp van de minister van binnenlandse zaken, o.m. strekkende tot het inrichten van 24 provincies nieuwe stijl, ook wel aangeduid als mini-provincies. Omtrent de ver deling van bevoegdheden tussen centrale overheid, mini-pro vincies en gemeenten bestaat hier en daar nog al wat verschil van mening, doch de ontwikkeling is onmiskenbaar. Ten slotte mag worden gewezen op de hier en daar bestaande twijfels aan de bereidheid om werkelijk stadsgewestelijk te denken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1545