bijlage nr. 398
-6-
Voorts wordt in de begeleidende brief van het Stadsgewest bij
de begroting voor het jaar 1978 als oordeel uitgesproken dat
de nadruk zal moeten vallen op de bestaande taken en dat een
diepgaande bezinning op de taken van het Stadsgewest dient te
geschieden in relatie tot de bestuurlijke, ambtelijke en finan
ciële capaciteit.
De randvoorwaarde "beschikbare tijd voor de bestuurders" is
een factor van betekenis: Voor alle leden van het dagelijks
bestuur is deze functie een nevenbetrekking, die in het
algemeen moet worden vervuld naast een veeleisende hoofd
functie, zodat het gevaar van verambtelijking van het bestuur
- hoewel door het Stadsgewest principieel afgewezen - levens
groot aanwezig is en zich naar ons gevoelen reeds duidelijk
manifesteert.
Vervolgens mag ook gewezen worden op de omstandigheid, dat de
regionalisering van taken evenzeer eisen stelt aan het ambte
lijk apparaat van de deelnemende gemeenten in de vorm van
extra werkzaamheden boven het normale takenpakket.
In de koersnota wordt een opsomming gegeven van "mogelijke
taken" die door het Stadsgewest ter hand genomen "kunnen" worden.
In het algemeen acht ons college deze aanpak niet juist, omdat
dddrmede de noodzaak tot regionalisering niet wordt bepaald.
Daarnaast achten wij het een tekortkoming dat niet is onder
zocht of er van enige bestuurlijke wil tot overdracht van be
voegdheden ten aanzien van de opgesomde taken sprake is. Ook
ten aanzien van de bestaande taken (in het overzicht op blz. 31
van de koersnota aangeduid met de letter "B") kan op sommige
punten worden betwijfeld, of de deelnemende gemeenten wel zo
duidelijk van zins zijn geweest hun bevoegdheden aan het Stads
gewest over te dragen, b.v. ten aanzien van structuurplannen.
Tegen de achtergrond van het vorenstaande menen wij dat het
weinig zinvol is iedere (deel-)taak afzonderlijk in beschou
wing te nemen. Wel komt het ons wenselijk voor in meer algemene
zin op de beschreven taak in te gaan.