aan de raad der
gemeente Breda
r
Bijlage nr. 446
F/17332
23-11-1977
Voorstel van burgemeester en wet
houders tot vaststelling van de
verordening op de heffing en in
vordering van keurloon voor ver
richte diensten van de vlees
keuringsdienst van slachtdieren
en vlees.
uratie|Vjj
oor
Pig
die
at de
=ling
lenen
are ver-
Op 22 oktober 1g76 is aan de Tweede Kamer der Staten Generaal een
ontwerp van wet tot wijziging van de vleeskeuringswet aangeboden,
dat inmiddels door de Tweede Kamer is aanvaard.
De hoofdlijnen van het wetsontwerp zijn gelegen in de afschaffing
van de nadere keuring als bedoeld in artikel 8 van de Vleeskeurings
wet en de rijksfinanciering en de vergoeding door het rijk van de
kosten van de vleeskeuringsdiensten.
Voor de® rijksfinanciering zal een centraal vastgesteld, voor het
gehele land uniform, stelsel van keuringstarieven worden ingevoerd.
Met het van kracht worden van bovengenoemde wetswijziging vervalt
de bevoegdheid van de raad tot het vaststellen van de hoogte van
de keurlonen. Wel blijft de gemeente met de heffing en invordering
van keurlonen belast. De opbrengst van deze heffing zal aan het
Rijk moeten worden afgedragen.
Hoewel de wetswijziging nog niet van kracht is, heeft het Ministerie
van Binnenlandse Zaken geadviseerd op de wetswijziging vooruit te
lopen door reeds nu een nieuwe verordaiing op de heffing en invor
dering van keurloon, aangepast aan de verwachte nieuwe situatie,
vast te stellen.
De datum van ingang van deze verordening zou dan moeten samenvallen
met het tijdstip van inwerkingtreding van de in het voorgestelde
nieuwe artikel 26a van de Vleeskeuringswet bedoelde ministeriële
beschikking, waarin de nieuwe keurlonen zullen worden opgenomen.
Gelet op het bovenstaande stellen wij U voor te besluiten tot
vaststelling van een nieuwe vordering op de heffing en invordering
van keurloon voor verrichte diensten van de vleeskeuringsdienst
van slachtdieren en vlees overeenkomstig bijgaand concept-besluit.