Tarief.
Artikel 4.
Het tarief is gelijk aan de bedragen die op grond van het bepaalde
in artikel 26a van de vleeskeuringswet bij ministeriële beschikking
zijn of zullen worden vastgesteld.
Wijze van heffing.
Artikel 5.
1Het keurloon wordt geheven door middel van een gedagtekende nota
of een andere schriftuur, waarop het gevorderde bedrag is vermeld.
2. Burgemeester en wethouders stellen de modellen van de in het
eerste lid bedoelde bescheiden vast.
Termijn van betaling.
Artikel 6.
1. Het keurloon moet, behoudens het hierna bepaalde, bij vooruit
betaling worden voldaan, op het tijdstip waarop een slachtdier
of het vlees ter keuring wordt aangeboden.
2. In de gevallen, waarin het bedrag van het keurloon eerst kan 9
worden vastgesteld nadat van de diensten is gebruik gemaakt, moet
de betaling geschieden, zodra het bedrag is vastgesteld.
3. In de in het vorig lid bedoelde gevallen kunnen burgemeester en
wethouders vorderen, dat ter voldoening van het verschuldigde
keurloon een voorlopig bedrag wordt betaald. Bedoeld bedrag
wordt vastgesteld tot ten hoogste het bedrag, waarop het keurloon
vermoedelijk zal worden vastgesteld. Het voorlopig bedrag wordt
in mindering gebracht op het vastgestelde bedrag van het ver
schuldigde keurloon. Indien het voorlopig gevorderde bedrag