bij bijlage nr. 117
-4-
VOLG-
HO.
RAADSBESLUIT
INHOUD DELEGATIE
VOORWAARDEN
13.
11 april 1956
aanwijzing gemeentelijke lijkschouwers.
14. 12 maart 1958
de bevoegdheid betreffende do beoordeling
en de beslissing of vanwege de gemeente
een rechtsgeding zal worden gevoerd met
de eigenaren van en andere zakelijke ge
rechtigden op gebouwde en ongebouwde
eigendommen, gelegen in door de raad vast
gestelde en door de Kroon goedgekeurde
onteigeningsplannen.
telkens aan de gemeenteraad verslag doen.
15.
14 oktober 1959
aan de gemeente in eigendom toebehorende en
nog niet verkochte terreinen bestemd voor
de vestiging van industrieën en ambachtsbe-
drijven te verkopen en te leveren aan de
N.V. Maatschappij ter bevordering van in
dustrievestiging te Breda (N.V. Brim), met
dien verstande, dat deze machtiging niet
geldt voor het (de) gedeelte(n) van genoem
de terreinen waaromtrent de raad, voordat
een verzoek van de maatschappij voornoemd
om te leveren is binnengekomen tot verkoop,
uitgifte in erfpacht of huurkoop heeft be
sloten.
a. het bepalen van de verkoopprijs dient te geschieden
met inachtneming van de desbetreffende bodragen ver
meld in de door de raad voor de onderhavige terreinen
vastgestelde of nog vast te stellen exploitatiebere
keningen, zoals deze luiden op 1 januari van het jaar
waarin de levering zal geschieden;
b. de kosten op de verkoop en levering vallende, alsmede
de kosten van inmeting, zijn voor rekening van de
maatschappij voornoemd;
c. de verkoopprijs komt ten bate van het gemeentelijk
grondbedrijf met uitzondering van hot bedrag in de
desbetreffende onder a, bedoelde exploitatiebereke
ningen aangegeven voor de aanleg van grote werken,
hetwelk ten bate van de algemene dienst komt;
d. de levering van het verkochte geschiedt in gedeelten
op tijdstippen door burgemeester en wethouders in
overleg met de maatschappij voornoemd te bepalen, op
de datum van levering dient de desbetreffende koopsom
te worden betaald;
e. van elke levering geven burgemeester en wethouders
zodra mogelijk kennis aan de raad.