aan de raad der
gemeente Breda
Bijlage nr. 55
St/3/84908
12-1-1977
Op 18 oktober 1976 heeft de heer A. Gijzen de gebeente Breda ge-
dagvaard te verschijnen ter terechtzitting van de arrondisse
mentsrechtbank te Breda.
De heer Gijzen heeft verzet aangetekend tegen het dwangbevel
d.d. 16 september 1976*), waarmee wij - nadat geen gevolg was gegeven
aan daarop betrekking hebbende aanschrijvingen - de kosten van sloop
van de panden Tolsteeg 2, 6 en 8 en het diqhtplanken van het pand
Achter de Lange Stallen 30A wensten te verhalen.
Deze kosten bedroegen in totaal 6.145,92 (later gecorrigeerd tot
6060,69, zie schrijven rar. V.W.L.M. van Dijk, die wij als ad
vocaat hebben aangezocht voor de onderhavige kwestie, aan Jhr. nr.
H.Ph.J. Quarles van Ufford d.d. 30 november 1976*).
Voorstel van burgemeester en wet
houders tot het voeren van verweer
in het rechtsgeding tegen de heer
A. Gijzen.
In de dagvaarding worden achtereenvolgens een drietal zaken aan
de orde gesteld:
a. Achter de Lange Stallen 30A (dagvaarding sub 1, 4 en 5).
De heer Gijzen kan zich niet verenigen met de voor het dichtplanken
van dit pand in rekening gebrachte kosten 838,69), terwijl deze
maatregel naar zijn mening ten hoogste 475,heeft gekost.
Ter toelichting merken wij hierover het volgende op.
Op 24 maart 1975 hebben wij de directeur van de dienst van open
bare werken opdracht gegeven om indien de heer Gijzen niet voldoet
aan het gestelde in de aanschrijving van dezelfde datum - n.l.
de nodige voorzieningen ter opheffing van hinder en gevaar voor
de omgeving te treffen door <5f het pand te zuiveren en af te slui
ten <5f tot .afbraak over te gaan - deze voorzieningen van gemeente
wege doch voor zijn rekening uit te voeren.
Op 16 april 1975 zijn de voorzieningen van gemeentewege getroffen.