bijlage nr. 55
-2-
De op dit aspect van de dagvaarding betrekking hebbende bescheiden
zijn voor U in de leeskamer ter visie gelegd (bijlage I).
b. Tolsteeg 2. 6 cn 8 (dagvaarding punten 1, 6 t/m 14, 16 t/m 18).
In grote lijnen komt de voorgeschiedenis op het volgende neer.
Deze panden, waarvan de nrs. 6 en 8 onbewoonbaar verklaard waren
en nr. 2 leegstond, hebben onderwerp van bespreking uitgemaakt
tussen de gemeente en de heer Gijzen, omdat de ondergrond nodig
was voor de realisering van enkele woningen in het kader van het /J
bouwplan 115 woningen van de Algemene Woningbouwvereniging.
Na enige voorafgaande correspondentie hebben wij tijdens deze onder
handelingen in verband met de gevaarlijke toestand van de panden
op 3 september 1975 de heer Gijzen aangeschreven om de woningen
Tolsteeg 2, 6 en 8 afdoende af te sluiten en maatregelen te tref
fen ter opheffing van dit gevaar en de ernstige hinder voor voorbij
gangers, ofwel de woningen te slopen, de restanten te verwijderen
van het perceel en het perceel te zuiveren van afval.
Deze voorzieningen werden ondanks herhaald aandringen niet getroffen,
waarbij de heer Gijzen steeds uitstel vroeg in verband met de lopen
de aankooponderhandelingen.
Bij schrijven van 10 december 1975 heeft de directeur van de dienst
van openbare werken aan de heer Gijzen meegedeeld, dat de panden
v(5dr 17 december 1975 dienden te worden gesloopt. Op dezelfde dag
is aan de heer Gijzen, die van beroep sloper is, verzocht prijs
opgave te doen voor de sloop van genoemde 3 panden alsmede het
pand nr. 4, dat eigendom van de gemeente is.
De kosten van sloop van de aan hem in eigendom toebehorende panden
zouden dan bij de aankoop door de gemeente verrekend worden.
Omdat de heer Gijzen een veel te hoge prijs vroeg is vervolgens aan
drie andere slopers prijsopgave gevraagd. Enige dagen daarna zijn
de panden door een van hen gesloopt, waarna aan de heer Gijzen de
kosten in rekening zijn gebracht.