bijlage nr. 55 -3- Met name maakt de heer Gijzen bezwaar tegen het feit, dat de sloop van de panden niet aan hem, maar aan een derde is gegund, dit te meer omdat de heer Gijzen zoals gezegd zelf sloper van beroep is. In de adviezen van de directeur van de dienst van openbare verken en de heer mr. V.W.L.M. van Dijk d.d. 17 november 1976 nrs. St/3/84870 resp. St/3/84908 worden een aantal feiten en omstan digheden aangedragen, die de gevolgde gedragslijn in deze ingewik kelde zaak naar onze mening voldoende rechtvaardigen. De op dit aspect van de dagvaarding betrekking hebbende bescheiden liggen voor U in de leeskamer ter visie (bijlage II). c. Tolsteeg 10 (dagvaarding punten 15 en 16).. De heer Gijzen maakt bezwaar tegen de omstandigheid, dat de gemeen te dit pand heeft gesloopt, zonder dat hij tevoren daartoe is aan geschreven. Zoals uit de voor U ter visie gelegde correspondentie (bijlage III) blijkt, is dit pand van gemeentewege gesloopt in verband met gevaar voor de buren en de omgeving. In verband met deze spoedeisende situatie is op grond van het be paalde in artikel 32 van de woningwet tot toepassing van poli.tie- dwang zonder voorafgaande aanschrijving overgegaan. De hieraan verbonden kosten zijn door de heer Gijzen voldaan. Ingevolge het bepaalde in artikel 177 var. de gemeentewet beoordeelt en beslist Uw raad, of een rechtsgeding van gemeentewege zal worden gevoerd. Alvorens Uw raad hiertoe een voorstel te doen hebben wij advies ingewonnen bij de heer mr. V.W.L.M. van Dijk, die zoals vermeld in deze voor de gemeente optreedt. De heer van Dijk adviseert in zijn reeds genoemd schrijven van 17 november 1976 in deze zaak verweer te voeren, echter met de aantekening, dat gestreefd zal moeten worden naar een minnelijke oplossing van de sloop- en aankoopkwestie in é<ün regeling.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 184