bij bijlage nr. 68
belang van het herstel van zijn gezondheid, dan wel in het belang
van het behoud, het herstel of de bevordering van zijn arbeidsgeschikt
heid als bedoeld in de artikelen P6, P7 en P8 van de Algemene Burger
lijke Pensioenwet
6. Aan artikel E 5 wordt een derd:e lid toegevoegd luidende als volgt:
3. Burgemeester en wethouders verzoeken, indien daar naar het oordeel
van de- in lid 1 bedoelde geneeskundige aanleiding toe is, de direc
tie van het algemeen burgerlijk pensioenfonds de ambtenaar in aan
merking te brengen voor maatregelen of voorzieningen in het belang
van het herstel van zijn gezondheid dan wel in het belang van het
behoud, het herstel of de bevordering van zijn arbeidsgeschiktheid
als bedoeld in de artikelen P. 6, P'7 en P 8 van de Algemene burgerlijke
pensioenwet
7. Zowel in het eerste als in het tweede lid van hét artikel E 18 worden
de woorden "ambtelijk inkomen in de zin van de Algemene burgerlijke
Pensioenwet" (lid 1) en"zijn ambtelijk inkomen" (lid 2) vervangen door
11 (het) inkomen".
8. Aan artikel E 18 wordt een derde lid toegevoegd luidende als volgt:
3. Onder het inkomen in de zin van dit artikel wordt verstaan het ambte
lijk inkomen, in de zin van de Algemene burgerlijke pensioenwet,
van de ambtenaar vermeerderd met de uit arbeid of bedrijf, waar
onder mede te verstaan vroegere arbeid of bedrijf, verkregen
inkomsten van die gezinsleden die op grond van het bepaalde in
artikel 9, lid 1, van de regeling bedoeld in artikel E 17, lid 1, als
gezinslid deelnemer zijn en niet uit hoofde van enige wettelijke
regeling aanspraak kunnen maken op gehele of gedeeltelijke genees
kundige verzorging of op gehele of gedeeltelijke vergoeding van de
kosten daarvan.
Onder de inkomsten van de gezinsleden worden niet gerekend:
a. het werkgeversaandeel in sociale en pensioenverzekeringen;
b. het bedrag dat in die inkomsten is begrepen ter compensatie
van de premie, die ter zake van die inkomsten wordt geheven
ingevolge de Algemene ouderdomswet en de Algemene weduwen-
en wezenwet;
c. inkomsten die strekken tot vergoeding van onkosten die aan de
dienstverhouding zijn verbonden, vergoedingen voor verblijf
buiten Nederland daaronder begrepen;
di^vacatie- en presentiegelden;