In het licht van bovenstaande algemene inleiding kunnen wij Uw vragen als volgt beantwoorden: aEr is contact geweest tussen de Br.I.M. en Rotron. Gezien het oriënterende karakter van het gesprek is van onder handelingen zeker geen sprake geweest. b. Het bericht als zou niets zijn gedaan om de werkgelegenheid bij Rotron voor Breda te behouden is volstrekt onjuist. Op de eerste plaats omdat het in meergenoemd gesprek van 2 november 1976 niet is gegaan om het al of niet behouden van arbeidsplaatsen voor Breda. Bij het hele gesprek is eenvoudig uitgangspunt geweest dat Rotron in Breda zou uitbreiden of nieuwbouw zou plegen, andere mogelijkheden zijn door Rotron niet ter tafel gebracht. Op de tweede plaats is het bericht onjuist omdat nadrukkelijk getracht is zo goed mogelijk met Rotron mee te denken ter bereiking van een voor hen zo aantrekkelijk mogelijke financiële en bouwkundige opzet. Concreet is daarbij de onder c. genoemde eerste stap gezet. Van de zijde van Rotron is daarop nimmer meer aangesloten. c. Er is direct contact gelegd tussen een mogelijk financieel geïnteresseerde en Rotron. Bij de gesprekken die daarop volgend tussen de genoemde partijen hebben plaatsgehad is de Br.I.M. op generlei wijze betrokken geweest. d. Het bericht als zou bedrijfsgrond zijn geweigerd is - zoals uit het voorafgaande mag zijn gebleken - volstrekt onjuist. e. Het college meent met de beantwoording van deze vragen de noodzakelijke openheid van zaken te hebben gegeven. Het moge overigens voor zich spreken dat het bedrijf te allen tijde welkom is en blijft voor een gesprek over uitbreiding of nieuwbouw in Breda.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 244