-2-
bij bijlage nf 116
-3-
inge-
ivember
van
et-
r even-
van
iers of
sen
rgadering
lalde
i 23
lid,
g ge
en
van de
oor
is-
de des
>T''
e, voo.
ng op
zomede
aar het
iran de
fening
Artikel 4.
De vergoedingen, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, en
in artikel 3, eerste lid, worden uitbetaald per maand.
De tegemoetkoming, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder b,
wordt eenmaal per jaar uitbetaald, in de maand april.
De vergoeding, bedoeld in artikel 3, tweede lid, wordt uitbetaald
zo spoedig mogelijk na declaratie van de voor het bijwonen van
de vergadering werkelijk gemaakte reiskosten.
Artikel 5.
1Deze verordening kan worden aangehaald als "regeling vergoeding
raadsleden c.a.".
2. Zij wordt geacht te zijn in werking getreden op 1 januari 1975,
behoudens het bepaalde in artikel 3, tweede lid, dat eerst
heden in werking treedt.
3. Alle vroegere besluiten op het stuk van vergoedingen en presentie
gelden ten behoeve van raads- en commissieleden worden geacht
te zijn vervallen, met dien verstande, dat de besluiten betref
fende vergoedingen voor het bijwonen van raads- en copimissie-
vergaderingen, voor zover zij door wethouders worden genoten,
voor dezen hun gelding behouden tot 1 december 1976.
4. Hetgeen raadsleden en commissie-leden, geen raadslid zijnde, vanaf
1 januari 1975 aan presentiegeld, vergoeding of anderszins hebben
ontvangen, wordt bij de eerste uitbetaling krachtens deze ver
ordening verrekend.
Aldus besloten in de openbare vergadering
van
De raad voornoemd,
voorzitter.
secretaris.