gemeente Breda q&p E
I liv y< /fill
bij bijlage nr. 117
De raad van de gemeente Breda;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 janu
ari 1977 nr. BK/8/87722;
gelet op het bepaalde in de artikelen 177, eerste lid en 212,
derde lid, van de gemeentewet;
besluit
I. aan burgemeester en wethouders over te dragen onder de daar
bij vermelde voorwaarden en bepalingen de bevoegdheid te be
oordelen en te beslissen of vanwege de gemeente:
1 een rechtsgeding zal worden gevoerd, zulks in eerste aan
leg of in hoger beroep:
a. ter invordering van s chadevergoedingen op grond van de
artikelen 1401 tot en met 1405 van het Burgerlijk Wet
boek en op grond van artikel 31 van de Wegenverkeers
wet
b. ter invordering van de kosten, welke kunnen worden ver
haald op grond van de Verhaalswet ongevallen ambtenaren;
c. ter invordering van kleine geldvorderingen op grond van
artikelen 125 K en volgende van het Wetboek van Burger
lijke Rechtsvordering;
d. ter invordering van vergoedingen van door of vanwege de
gemeente verstrekte diensten, welke niet in enige belas
tingverordening zijn geregeld;
e. ter zake van onverschuldigd verrichte betalingen;
f. ter zake van verzet tegen een dwangbevel, als bedoeld
in artikel 155 en artikel 210, juncto artikel 155, van
de gemeentewet
g. ter zake van het voegen van de gemeente als beledigde
partij in strafzaken voor de rechtbank;