bijlage nr. 129
-2-
omtrent overleg met het rijk noodzakelijk is.
Bij de behandeling van de afzonderlijke complexen zal worden aange
geven welke financierings- en bijdrage-regeling toepasselijk is.
Aanvankelijk financierde het rijk namelijk 75$ van de kosten en
droeg tot een gelijk percentage bij in het exploitatietekort.
Naderhand is dit zowel voor het een als voor het ander gewijzigd
in 100$.
Met het oog op het feit dat aanvankelijk 25$ van het exploitatie
risico voor rekening van de gemeente bleef alsmede gezien de om
standigheid dat niet alle kosten door het rijk worden geaccepteerd'
en ook de exploitatie-lasten daarvan -voor zover niet verhaalbaar
uit huuropbrengsten - voor rekening van de gemeente blijven is vanaf
1975 een post op de begroting van de gemeente geplaatst. Sindsdien
zijn voor dit doel de navolgende bedragen geraamd:
1975 110.000,—
1976 110.000,—
1977 252.540,—
In aansluiting op hetgeen hiervoor is vermeld ten aanzien van de
ten laste van de gemeente blijvende kosten is het volgende nog
van belang.
Het rijk hanteert ter vaststelling van de exploitatie-bijdrage een
rente die gelijk is aan de rente van de betreffende rijkslening;
voor de juiste vaststelling van het gemeentelijk aandeel in de
kosten stellen wij voor de marktrente te hanteren van de periode
waarin de renovatie tot stand is gekomen.
Voorts wordt er nog de aandacht op gevestigd dat door huurver-
hogingen het ten laste van de gewone dienst van de gemeente blij
vende aandeel in de (ongedekte) exploitatie-kosten, geleidelijk
wordt afgebroken evenals trouwens de rijksbijdrage.
Met inachtneming van het voorgaande worden hierna behandeld de
volgende renovatie-projecten waarvan de kosten thans geheel of na
genoeg geheel bekend zijn:
I. Complex 76 woningen Vestkant/Vestingstraat
II. Complex 151 woningen Westeinde;
I. Complex 76 woningen Vestkant/Vestingstraat.