bijlage nr. 129 _4J Reeds in 1971 zijn, vooruitlopend op de renovatie de ergst ver roeste stalen ramen vervangen door houten kozijnen en is nog enig onuitstelbaar onderhoud uitgevoerd. De kosten daarvan hebben 32.852,89 bedragen. Dit bedrag is toen voorlopig ten laste van het onderhoudsfonds gebracht, doch behoort in feite tot de renovatiekosten te worden gerekend. Het saldo van uitgevoerd meer- en minderwerk bedraag negatief 35.546,58 (zie bijlage I ).De belangrijkd,e minderpost daar uit (art. 21wordt gevormd door de evenvermelde vervanging van de stalen ramen, die dus wel in het bestek was opgenomen. In de oorspronkelijk ingediende en door het rijk geaccepteerd^ kostenraming zijn ook bedragen opgenomen voor: - gevelbespuiting 47.500, - slopen woningen 28.772, - aansluitkosten riolering 15.200 totaal 91.472.— De daarop plaatsgevonden aanbesteding geschiedde echter op basis van het bestek, waar deze posten buiten zijn gehouden, zodat op zijn minst de ramingsbedragen dienen te worden ge honoreerd. De werkelijke kosten belopen evenwel respectievelijk 61.902,78, 21.365,29 en 47.498,50 (inclusief aansluit kosten gas en water) of in totaal 130.766,57. Een nadere toelichting wordt gegeven op bijlage II, onder deel A.*) Op dezelfde bijlage, onderdeel B, wordt een specificatie I inet motivering gegeven betreffende uitgevoerd "bijwerk" ad 230.718,34. De noodzaak van deze voorzieningen heeft zich eerst tijdens de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden aangediend. De belangrijkste veroorzakers zijn: - vernieuwing van schoorstenen (post 3) 17.442,— - verven van niet vernieuwd houtwerk en behangen (post 9) 41 .933,— - bekleden doorslaande muren (post 10) 58.353, - egaliseren achtererven en verwijderen op stallen (post 12 en 13) 40-342, 158.070,—

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 437