bijlage nr. 155
-9-
Wij zijn van mening dat artikel 10 geen afbreuk doet aan de mogelijkheid
om als particulier initiatief te zoeken naar wegen om de eigen doel
stelling te toetsen en zonodig, ten gevolge daarvan, deze te wijzigen.
Indien de stichting activiteiten wil ontplooien, welke moeten dienen om
de doelstelling te toetsen, doch die niet voortvloeien uit de doel
stelling of niet passen binnen de aangegeven middelen, kan zij te allen
tijde daartoe een experimentele subsidie aanvragen.
De mogelijkheid van beroep op een beslissing van Uw raad, is naar onze
mening voldoende geregeld in de wet AROB. Het opnemen van een afwijkende
^procedure voor de Pluu zouden wij geen juiste zaak vinden.
Wij zijn geen voorstander van het opnemen van een bepaling in de subsi
dievoorwaarden, waarin de verplichting tot evaluatie en de daarbij te
volgen procedure, indien een beëindiging van de subsidiëring wordt
overwogen, wordt vastgelegd.
In de subsidievoorwaarden (art. 22) is reeds opgenomen, dat ons college
met de Pluu in overleg moet treden alvorens Uw raad te adviseren over
een stopzetting van de subsidiëring.
Een zorgvuldige besluitvorming lijkt ons voldoende gegarandeerd. Een
evaluatie, zoals door de Pluu beschreven, is op zichzelf uiteraard
niet uitgesloten.
De data, waarop begroting en jaarverslag ingediend behoren te worden
zijn afgestemd op de data waarop de gemeentelijke diensten hun be
scheiden behoren in te dienen.
^Wij doen dit voorstel overeenkomstig het advies van de commissie
jeugd, sport en recreatie.
Burgemeester en wethouders van Breda,
Merkx burgemeester.
van den Dam
secretaris.