aan de raad der Bijlage nr. 159
gemeente Breda
Voorstel van burgemeester en wet-
BS/4809 houders tot vaststelling van het
presentiegeld voor de leden en het
077 plaatsvervangend lid van de stem-
bureaux
Bij besluit van Uw raad van 16 november 1972 is het presentiegeld voor
de leden en de plaatsvervangende leden van de stembureaux vastgesteld
op 40,respectievelijk 20,per dag.
Bij de vaststelling van deze bedragen werd er van uitgegaan dat de
leden van de stembureaux zich gedurende de middagpauze voor het nut
tigen van de warme maaltijd door de plaatsvervangende leden zouden
laten vervangen, terwijl de plaatsvervangende leden na 19.00 uur
(tijdstip waarop de voor de stemming bepaalde tijd is verstreken)
hun diensten zouden verlenen bij de stemopneming.
In verband met de gerezen moeilijkheid dat niet meer kan worden beschikt
over een voldoend aantal leden en plaatsvervangende leden- een moei
lijkheid die zich in vele gemeenten voordoet- hebben wij besloten per
stembureau slechts één plaatsvervangend lid aan te wijzen. Bij deze
regeling gaan wij er van uit, dat de leden en het plaatsvervangend
lid een gelijk aantal uren zitting nemen.
Gelet op het aantal zittingsuren zijn wij van mening, dat het in 1972
vastgesteld presentiegeld in de huidige tijdsomstandigheden te laag
is te achten. Wij stellen U derhalve voor het presentiegeld voor de
leden en het plaatsvervangend lid van de stembureaux met ingang van
1 mei 1977 vast te stellen op 65,per dag.
Ons college doet dit voorstel overeenkomstig het advies van de
commissie financiën.
Burgemeester en wethouders van Breda,
Merkx burgemeester.
van den Dam
secretaris.