aan de raad der
gemeente Breda
Bijlage nr. 160
St/3/2892 Nota van burgemeester en wet-
16-3-1977 houders inzake toepassing van
artikel 56 van de woningwet
Inleiding
Bij Koninklijk Besluit van 18 juni 1976 is Breda aangewezen
als gemeente, waar artikel 56 van de woningwet van toepassing
is. Dit artikel luidt als volgt:
1In de gemeenten,door ons op grond van bestaande of te duchten
woningnood aan te wijzen, is het verboden zonder toestemming
van burgemeester en wethouders een gebouw of een gedeelte
van een gebouw, dat op of na de datum van inwerkingtreding
van ons besluit tot woning bestemd was, te slopen, te ge
bruiken voor een ander doel of op andere wijze aan de be
stemming tot woning te onttrekken of onttrokken te houden.
Ons besluit wordt bekend gemaakt in de Nederlandse Staats
courant
2. Burgemeester en wethouders kunnen aan de toestemming voor
waarden verbinden in het belang van de voorziening in de
behoefte aan woongelegenheid.
3. Van de beslissing van burgemeester en wethouders kan de ver
zoeker binnen één maand na de dag, waarop zij hem is uitge
reikt, bij gedeputeerde staten in beroep komen.
Deze aanwijzing is tot stand gekomen naar aanleiding van een
daartoe strekkend verzoek van ons college van 4 mei 1976
Het Koninklijk Besluit is op 1 juli 1976 in werking getreden.
Sinds de inwerkingtreding zijn al verschillende aanvragen om
toestemming als bedoeld in artikel 56 aan ons voorgelegd.
Gebleken is, dat er voor de beoordeling van deze aanvragen be
hoefte bestaan aan richtlijnen allereerst om aan te geven wat
de grenzen zijn, welke aan de bevoegdheid van ons college bij
de toepassing van artikel 56 zijn gesteld en voorts om een