i U m bijlage nr. 160 -2- doelmatige aanpak bij de beoordeling van de aanvragen mogelijk te maken. Bovendien- en niet in het minst- is het vastleggen van richt lijnen in het belang van de rechtszekerheid van de betrokken burgers In het navolgende worden een aantal richtlijnen aangegeven, die beti king hebben op zowel de interpretatie van het bepaalde in artikel 56 als op de gebieden in de gemeente, waar een gedifferentieerde toepasi sing kan plaatsvinden. Deze richtlijnen beschouwen wij voorlopig alsj min of meer globale gedragsregels. Te zijner tijd, wanneer met de to> passing van artikel 56 wat meer ervaring is opgedaan, zullen wij een en ander nader bezien. II. Artikel 56. Bovengenoemde aanwijziging is - zo blijkt uit het schrijven van de staatssecretaris van volkshuisvesting en ruimtelijke ordening d.d. 21 juni 1976 - geschied op grond van de overweging, dat - gelet op de voornamelijk in de binnenstad van de gemeente nog be staande grote behoefte aan goede en goedkope woningen voor die woningzoekenden, wier inkomen tot de laagste inkomensgroepen moet worden gerekend - behoefte bestaat aan een doeltreffend middel om de onttrekking van zulke woningen aan de bestemming tot woning met name in de binnenstad zoveel mogelijk te kunnen tegengaan. Hieruit volgt dat in principe voor het gehele gebied van de gemeente toestemming als bedoeld in artikel 56 van de woningwet pas dan mag worden geweigerd, indien de aanvraag betrekking heeft op "goede en goedkope woningen voor die woningzoekenden, wier inkomen tot de laagste inkomensgroepen moet worden gerekend": 1het begrip "woningkan worden omschreven als "een ruimte 1 welke geschikt is voor permanente bewoning". Onder deze om schrijving vallen niet alleen zelfstandige woningen voor ge zinnen en alleenstaanden, maar ook panden welke in afzonder lijke wooneenheden zijn gesplitst (kamers en/of etages) en panden waarvan slechts een gedeelte (zoals één of meer kamers of een etage) wordt bewoond. Met name ten aanzien van deze beide laatste categorieën geldt als aanvullende eis, dat de bewoning "legaal" moet zijn, dat wil zeggen dat de woonruimte moet voldoen aan de eisen welke de bouwverordening op dit punt stelt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 546