bijlage nr. 1 63
-4-
lijke sociale diensten. Deze verhoging voor 1977 geraamd
°P 439.178,is aanvankelijk alleen voor 1976 toege
past. Bij de bepaling van de fondsuitkeringen voor 1977
is de uitkering ook - maar uitdrukkelijk voor één jaar
gecontinueerd. Er zijn momenteel geen informaties beschik
baar omtrent de vraag of deze uitkering zal worden geconti
nueerd of niet. Wel kan worden gesteld, dat de argumenten
die voor toekenning van de verhoging hebben gegolden in
feite nog steeds van kracht zijn. Uit dien hoofde is het,
menen wij, verantwoord met een beperkte continuering van
de uitkering te stellen op 200.000,in 1978 rekening
te houden.
Dit betekent, dan nog een inkomstendaling ten opzichte
van 1977 van 239.178,waardoor het totale nadelige
effect op de uitkering oploopt tot 658.048,239.178 -
897.226,
De doorwerking van deze maatregelen in 1978 e.v. jaren
leidt ertoe dat de groei van de algemene uitkering (excl.
salariscompensatie) zeer beperkt is n.l.
1977/78 4,4/o
1978/79 4,6/
1979/80 4,6/
1980/81 4,6/
Deze lage stijgingspercentages worden mede veroorzaakt doo^
het feit, dat bij een dalend verloop van het aantal inwo
ners, de verfijning ongewoon bevolkingsverloop geen volledige(
compensatie geeft van het daaruit voortvloeiende verlies
aan algemene uitkering.
Overigens zij nog opgemerkt, dat in de prognose is uitge
gaan van handhaving van het volume-accres op 3,5/ en vol
ledige loon- en prijscompensatie.
Het is niet denkbeeldig, dat deze uitgangspunten in het
kader van 1/-bezuinigingsoperatie van de regering in de
komende jaren ter discussie worden gesteld. Voorshands