I
bijlage nr. 165
Ons college heeft zich thans nader beraden over de inhoud van het
interimrapport en komt tot de volgende conclusies:
- ons college onderschrijft dat permanente educatie een principe is,
waarbij een volledig samenhangende, geïntegreerde en flexibele structui
van voorzieningen wordt nagestreefd, die aan elke mens gedurende zijn
hele leven de voor hem geschikte mogelijkheden moet bieden om overeen
komstig zijn aanleg, zijn educatieve behoeften te bevredigen en om
zijn persoonlijkheid mede door middel van zijn werk- en leefsituatie
en vrijetijdsbesteding zowel voor zichzelf als ten bate van de gemeen
schap waarin hij leeft te ontwikkelen.Dit principe wordt uitgangspunt
van beleid, waaraan in de komende jaren het beleid in de afzonderlik^
deelgebieden zal worden getoetst
- om het principe van beleid te realiseren, dient te worden uitgegaan
van:
a) pluriformiteit;
b) decentralisatie;
c) inventarisatie en onderzoek van de elementen van permanente
educatie die als basisvoorziening moeten worden aangemerkt
Ons college stelt zich voor, onder verwijzing naar pag. 23 van het
interimrapport, dat bovenstaande punten gerealiseerd dienen te worden
in een gestructureerde samenspraak met de betrokkenen.
Ons college stelt zich op het standpunt dat als basis voor het beleid
het gehele educatieve veld tot terrein van permanente educatie gerekend
dient te worden, maar dat uiteraard in latere fasen op grond van studie
en praktijk-ervaring prioriteiten gesteld zullen moeten worden, waarbij
ons college aantekent, dat het onderwijs inhoudelijk bij de discussie
betrokken wordt, op voorwaarde dat de wettelijke regelingen geen ondjj^-
werp van discussie kunnen zijn.
Voor de formulering c.q. realisatie van een beleidsplan gaat ons collegf
uit van:
1een geleidelijke doorvoering;
2. een evenredige spreiding over de gemeente, waarbij een voorkeur ge
geven wordt aan die individuen, groeperingen en situaties waarvan
gezegd kan worden dat de deelname aan educatieve activiteiten en meer
in het algemeen de invloed op de vormgeving en verandering van de
eigen woon-, leef- en werksituatie achter is gebleven;
3. een open beleid.