bijlage nr. 165 -4- Meer nog dan voor de uitvoering geldt dit voor de beleids vorming en de beleidsbepaling. II. Een tweede belangrijke vraagstelling is onder welke sector permanente educatie moet ressorteren: onderwijs, cultuur of een nieuwe sector die zou bestaan uit een discipline educatief netwerk, educatief verlof en open school. Impliciet zit daarin naar de mening van ons college de vraag verwerkt of permanente educatie zich inhoudelijk zou moeten ontwikkelen volgens de strakke methodes, zowel in pedagogisch als didactisch opzicht, van het onderwijs of dat een vrijere pedagogische en didactische aanpak gehanteerd dient te worden zoals gebruikelijk is binnen de culturele sector. Daarnaast worden in verschillende verbanden, zoals moedermavo en open school vragen gesignaleerd, die een nieuwe aanpak ver eisen. Wij achten het te prematuur om hierover al een uitspraak te doen en alleen al de veelzijdige gedachten die zich op dit moment in het veld ontwikkelen, zoals o.a. de contourennota, de open school, de moedermavo, de knelpuntennota, de nota kunst en kunstbeleid en de discussienota van de commissie van der Burg (rijkscommissie van advies inzake het democratisch en doelmatig functioneren van gesubsidieerde instellingen)ondermijnen de vanzelfsprekendheid van een indeling binnen een bestaande orga nisatiestructuur. Ook het technische aspect van een organisatie structuur verdient nadere studie en overweging. III. Een derde belangrijke vraagstelling die zich aandient,gaat over de relatie theorie en praktijk. De gedachten die over per manente educatie zijn ontwikkeld, hebben in het algemeen nog geen praktische toets ondergaan. Wel zijn in de loop der tijd methodes en technieken ontwikkeld die voortkwamen uit andere ideëen en die zeker toepasbaar zouden zijn binnen de gedachten- gang die thans over permanente educatie plaatsvindt. Vandaar ook dat gesproken wordt over accommodaties, projecten, financiën en een helder taalgebruik. Maar wanneer te snel dergelijke zaken worden gestructureerd, is het gevaar niet denk beeldig, dat er een praktijk ontstaat die geënt is op ervaringen uit het verleden zonder dat nieuwe ideëen voldoende doordacht en toepasbaar gemaakt zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 589