met enige tak van agrarische bedrijfsvoering,indien aan be paalde voorwaarden voldaan wordt. Het voldoen aan de gestelde voorwaarden houdt niet in, dat automatisch deze vrijstelling verleend wordt. Aan die voorwaarden zal voldaan moeten zijn willen burgemeester en wethouders de bevoegdheid hebben gebruik te mogen maken van die vrijstellingsbevoegdheid. Het is een vast beleid van ons college deze vrijstelling niet te verlenen, indien dit leidt tot een situatie, waarbij diegene, die een boerderij afstoot ten behoeve van burgerbewoning, zelf andermaal een beroep doet of wil doen op ons college om een bouwvergunning te eigen behoeve. De achtergrond van genoemde vrijstellingsbepaling is, dat de mogelijkheid open moet blijven om een boerderijbebouwing, waar van de eigenaar het bedrijf heeft beëindigd, hetzij voor zich zelf, hetzij voor derden te verbouwen tot burgerwoning, omdat anders verkrotting van deze agrarische opstallen te vrezen is, hetgeen in niemands belang is. In eerdergenoemde voorschriften is tevens een zg. "dubbeltel- bepaling" opgenomen. Hierin wordt bepaald, dat geen bouwwerk of complex van bouwwerken mag worden opgericht, indien daar door een ander bouwwerk of complex van bouwwerken met het daar bij behorende bouwperceel, hetzij niet langer zou blijven vol doen aan, hetzij in grotere mate zou gaan afwijken van dit plan. Het vestigen van een agrarisch bedrijf is thans niet aan de orde. Thans ligt voor het verzoek van de heer C. luijckx om vergunning voor het verbouwen van de boerderij Sintelweg 54 tot burgerwoning. Overigens zijn wij in beginsel van oordeel, dat het vestigen van een agrarisch bedrijf op een complex van 15 ha. mogelijk zal kunnen zijn. Waar de gemeenteraad reeds tot twee maal toe heeft beslist, dat de heer H.P.M. Ploren geen bouwvergunning kan krijgen voor het vestigen van een "nieuw agrarisch bedrijf", lijkt het ons weinig reëel daarop thans andermaal in te gaan. Elke agrarische bouwaanvrage wordt door ons met behulp van het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 602