aan de raad der
gemeente Breda
26-1-1977
EZ/967
1Wettelijke regeling.
H 1-1* In oktober 1971 werd door de leden van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal, mr. A. Geurtsen en dr. Th. van Schaik, een
voorstel van wet tot wijziging van de uit 1964 daterende Wet
op de kansspelen in de Tweede Kamer aanhangig gemaakt
Met dit voorstel beoogden de beide initiatiefnemers onder meer
de mogelijkheid te openen om in ons land speelcasinos te or
ganiseren. Het wetsvoorstel is op 12 april 1973 door de Tweede
Kamer en op 4 september 1973 door de Eerste Kamer aanvaard en
is in het Staatsblad 441 opgenomen als Wet van 2 juli 1974 tot
wijziging van de Wet op de kansspelen
1.2. De bepalingen inzake de casinospelen zijn op 1 maart 1975
in werking getreden en hebben als voornaamste inhoud:
- Er is een Raad voor de Casinospelen als permanent advies
orgaan voor de Minister van Justitie en de Minister van
Economische Zaken, die met de uitvoering van bepalingen in-
zake de casinospelen zijn belast. De Raad krijgt mede een
controlerende taak ten aanzien van de naleving van hetgeen
ter zake van de casinospelen is voorgeschreven;*
- De ministers verlenen na advies van de Raad aan een rechts
persoonlijkheid bezittende instelling vergunning tot het
organiseren van speelcasinos' in door de ministers aan te
wijzen gemeenten. Bedoelde vergunning is inmiddels verleend
aan de Nationale Stichting Casinospelen.
- De aanwijzing van de gemeenten waarvoor de vergunning geldt,
geschiedt op voordracht van de Raad. De gemeenten Valkenburg,
Zandvoort en Scheveningen zijn inmiddels als zodanig aangewezen
Bijlage nr. 177
Voorstel van burgemeester en wet
houders met betrekking tot de
eventuele vestiging van een casino
in Breda.