m
aan de raad der
gemeente Breda
si gen
de com-
St/83097
13-4-1977
Bijlage nr. 189
Voorstel van burgemeester en wet
houders tot het ongegrond verkla
ren van het beroep van de heer
C. van Haperen tegen de weigering
van een bouwvergunning.
3 van Breda,
.irgemeester.
ïcretaris
Bij ons besluit van 15 september 1976*) is aan de heer C. van Haperen
een vergunning tot het bouwen van een berging op perceel Ulven-
houtselaan 141 geweigerd op grond van het feit dat het bouwplan in
strijd is met het bestemmingsplan "Wolfslagtiend" en artikel 34 van de
bouwverordening voor de gemeente Breda.
Ingevolge artikel 6, lid 2 van de voorschriften van eerdergenoemd
bestemmingsplan is het toegestaan in de eigen tuinen een berging te
plaatsen, waarvan het vloeroppervlak maximaal 15m2 mag bedragen.
De berging die reeds geplaatst is, heeft echter een vloeroppervlak
van 24m2
Artikel 34 van de bouwverordening voor de gemeente Breda stelt o.m.
dat uiterlijk en plaatsing van een bouwwerk moet voldoen aan redelijke
eisen van welstand.
Het onderhavige bouwwerk is uit oogpunt van welstand onaanvaardbaar.
Tegen dit besluit heeft de heer C. van Haperen binnen de beroepstermijn
een beroepschrift*) ingediend op 14 oktober 1976, zodat de heer van
Haperen in zijn beroep ontvankelijk dient te worden verklaard.
Zijn motieven tegen de weigering zijn de volgende;
1. De stenen berging, die gesitueerd is onder bomen en rondom beplant is,
is op ca. 35m afstand van de weg gelegen en vanaf de openbare weg
slechts gering zichtbaar. Het geheel ziet er netjes verzorgd uit.
2. De buren hebben verklaard, dat er hunnerzijds geen bezwaar tegen de
berging was
Voorts deelt de heer van Haperen mee, dat hij genegen is al het mogelijke
te doen om het geheel aanvaardbaar te maken. Dit betekent dat de opper
vlakte van de berging terug gebracht moet worden van 24m2 naar 15m2
Wat het welstandsaspect betreft zal er nader overleg gepleegd dienen
te worden met de WelstandscommissieIn weerwil van deze eventuele
aanpassing moeten wij U thans toch voorstellen te besluiten tot ongegrond
verklaring van het beroep van de heer van Haperen tegen de weigering van
een bouwvergunning conform bijgevoegd concept.