"bijlage nr. 192 -3- 4. Bent U, indien aan bovenstaand verzoek zal worden voldaan, bereid te onderzoeken of in het stadsdeel Princenhage een gelijke wens leeft? Toelichting: zie Ginnekense Carnavalskrant 1977, blz. 10. ANTWOORD In antwoord op Uw bovenaangehaald schrijven waarin U ingevolge het bepaalde in artikel 40, 2e lid, van het reglement van orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad vragen stelt met betrekking tot de woonwijk Ginneken, delen wij U het volgende mede: De door U bedoelde brief van 2 januari j.l. van de carnavalsver eniging "'t Lestogenblik" is ons college niet bekend. Wel hebben wij kennis genomen van een op 11 januari j.l. ingekomen ongeda teerde brief van "de gemeenschap van Ginneken"waarbij een ver zoek als door U bedoeld werd gedaan. Evenals de raad dat in zijn vergadering van 17 maart j.l. heeft gedaan hebben ook wij die brief voor kennisgeving aangenomen, omdat geen adres bekend was, zodat be antwoording niet mogelijk was. Als dat wel mogelijk was geweest zouden wij hebben geschreven dat wij het verzoek om borden met het opschrift "Ginneken" op de invalswegen van de voormalige gemeente Ginneken en Bavel te plaatsen, niet in gunstige overweging kunnen nemen. Borden met plaatsnaamaanduiding zoals bedoeld bij de modellen 3 en 4 van bijlage II van het reglement verkeersregels en verkeerstekens mogen slechts geplaatst worden op de grens van de bebouwde kom van een gemeente, of van een onderdeel van ^een gemeente met een eigen bebouwde kom. De punten 3 en 4 van Uw brief zijn, gezien het vorenstaande, in dit verband thans niet meer relevant. VRAAG (gesteld d.d. 26-11-1976 ing. art. 40, 2e lid R.v.O.) hr. van Banning. Geacht college, 1Enige inwoners van Princenhage hebben mij gevraagd naar de juistheid van Uw voornemen tot het oprichten van een tijdelijke huisvesting van een kleuterschool op het terrein gelegen tussen het Kerkhof en de R.K. Kerk te Princenhage (tegenover de pastorie).

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 717