bij bijlage nr. 229 i/ -1 6- -S 26,50 26,50 40,— r- 26,50 26,50 142,50 Bij de vaststelling van de begrote kosten is de aftrek der belasting, bedoeld in artikel 2, juncto artikel 15 van de Wet op de Omzetbelasting 1968, uitgesloten. Burgemeester en wethouders geven van deze vaststelling schriftelijk kennis aan de aanvrager. 7. Indien de bij de aanvrage om vergunning overgelegde begroting van kosten naar het oordeel van burgemeester en wethouders on juiste gegevens bevat, stellen zij het bedrag van de geraamde kosten alsnog vast op een bedrag dat in overeenstemming moet worden geacht met de reëele bouwkosten en worden de leges naar dat bedrag berekend. 3. Indien de in het eerste, derde en vierde lid bedoelde ver gunning, vóórdat daarvan gebruik is gemaakt, wordt ingetrok ken om redenen bij de aanvrager gelegen of ambtshalve wordt ingetrokken op grond van artikel 52 van de Woningwet wordt aan leges berekend 3/8 deel van hetgeen krachtens het eerste lid verschuldigd is, met een minimum van 26,50 in voorkomende gevallen vermeerderd met het bedrag dat op grond van het bepaalde in het vijfde lid is verschuldigd. 9. Indien de gevraagde vergunning niet wordt verleend wordt aan leges geheven 32,75 Indien de gevraagde vergunning niet wordt verleend en het verzoek om vergunning is gepubliceerd in een of meer dag bladen wordt bovendien het in lid 5 bedoelde bedrag aan leges geheven van 142,50 Artikel 29. 1a. De leges voor het afgeven van een verklaring van ge reed zijn voor ingebruikgeving of ingebruikneming als bedoeld in artikel 28, lid 2, van de bouwver ordening voor de gemeente Breda c.q. een verklaring als bedoeld in artikel 54, lid 1, der Woningwet, bedragen per bouwwerk of per woning in meergezins- huizen 13,25 b. De leges voor het afgeven van een verklaring, als bedoeld onder a, bedragen voor een gedeelte van een bouwwerk, waarvoor de verklaring geldt 13,25

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 870