hijlage nr. 230 De commissie ontving de toegezegde beleidsnota op 12 april 1977. De eerste reactie erop van de subsidiëntecommissie was er een van teleurstelling. Hoewel de beleidsnota weliswaar inging op de vraagstelling van de commissie, bleek er niet uit hoe een en ander te verwezenlijken zou zijn. In een tweede gesprek met het bestuur en de directie op 29 april 1977 heeft de commissie haar bedoelingen en wensen nog eens ver duidelijkt en gevraagd om een en ander nader te verduidelijken. Aan dit verzoek is blijkens brief van 4 mei 1977 voldaan. Standpunt commissie. Voor de commissie is de vestiging van het gezelschap in het zuiden een stringente voorwaarde geweest. Nu blijkt dat het bestuur be reid is hierop in te spelen, zij het gefaseerd, met een streven naar behoud van kwaliteit van het gezelschap, acht de commissie een basis aanwezig om te adviseren over continuering van subsi diëring. De commissie gaat ervan uit dat Eindhoven als vestigings plaats is aan te merken. Overigens mist de commissie een duidelijk inzicht in hoeverre er een spanningsveld kan ontstaan tussen vestiging in het zuiden als eis en de kwaliteit van het gezelschap. In dit verband is uitermate belangrijk de artistieke leiding van het gezelschap. Een inspirerende artistieke leider is van grote invloed op de samenstelling van het gezelschap. Vooraf, zo stelt het bestuur van het zuidelijk toneel, zal echter duidelijk heid moeten bestaan over de bereidheid tot subsidiëring over meer jaren. Anders acht men de mogelijkheid gering dat een geschikte artistieke leider zich beschikbaar zal stellen en gerenommeerde acteurs zich zullen aandienen. De commissie heeft hiervoor begrip en gaat hiervan uit. Overigens kan zij zich voorstellen dat in een overgangsfase met gastacteurs (-trices) wordt gewerkt. Ten aanzien van de repertoirekeuze zou intensief overleg moeten plaatsvinden met het contactorgaan van Brabantse Culturele Cen tra (C.B.C.C.) en de afzonderlijke schouwburgdirecties. Voor wat betreft de uitstralingseffecten zal nader in overleg met bijvoorbeeld het Brabants Centrum voor Amateurtoneel, de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 896