bijlage nr. 230 -6- meer zullen kunnen aanvaarden en dat tot verlenging met twee bijl: jaar werd besloten, uitsluitend om te voorkomen dat er een nieuw De e vacuüm zou ontstaan, luid' dat de subsidiëntencommissievoorafgaand aan de besluitvorming in 1976, een visie ter tafel heeft gelegd in de nota "Zienswijze...", besl waarin de verantwoordelijkheid voor de instandhouding van het 1 d zuidelijk toneel Globe, in aansluiting op de discussienota toneel- G: bestel, als landelijk opererend gezelschap met zuidelijkebinding, b: bij het rijk werd gelegd, e: dat wederom in 1976 de regeling voor één jaar werd verlengd omdat d: op dat moment duidelijk signalen aanwezig waren dat het rijk de verantwoordelijkheid voor de instandhouding van de landelijk opererende repertoiregezelschappen zou gaan dragen, dat de zuidelijke subsidiënten thans wederom voor meerdere over bruggingsjaren een verantwoordelijkheid voor de instandhouding zouden moeten aangaan, omdat momenteel ten gevolge van diverse omstandigheden nog steeds geen uitsluitsel valt te verkrijgen, wanneer de rijksoverheid deze taakstelling metterdaad zal over nemen voorts overwegende: dat een eventuele vestiging van het gezelschap in het zuiden in de huidige situatie waarin het gezelschap verkeert, geen reëel uitzicht biedt op een werkelijke integratie, dat de zuidelijke subsidiënten door vestiging van het gezelschap in het zuiden op nieuw een morele verantwoordelijkheid op zich nemen voor een ge zelschap dat op dit moment niet optimaal functioneert, waarbij aangetekend mag worden dat een spoedige kentering daarin nauwe- 5- te lijks in het verschiet ligt c.q. te verwachten is, ge dat bovendien een vestiging in het zuiden een aantal financiële tc consequenties kan geven waarvan de omvang op dit moment niet te 1S overzien is, vc adviseert de gemeenschappelijke regeling t.a.v. het zuidelijk toneel Globe na Aldus 1 september 1978 niet te verlengen en er nogmaals bij de minister van C.R.M. op aan te dringen de in de toneelnota weergegeven taak- Ons c stelling van de rijksoverheid daadwerkelijk te effectueren m.i.v. het n 1 september 1978; ti 3. d, 1: 1: b< mi df 1: 4. t< a e g< da vc k] dj

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 899