bijlage nr. 238
-2-
Bovendien achten wij het vooruitlopen op de voorgenomen totale her
ziening noodzakelijk, omdat de ervaringen tot nu toe aantonen, dat
de voorbereidingen om te komen met een voorstel aan U voor de totale
herziening van deze verordening nog wel geruime tijd in beslag
zullen nemen. Naar onze mening kan hierop voor de thans voorliggende
wijzigingen niet worden gewacht. Ter verduidelijking van de eerst
genoemde oorzaak kan worden gewezen op het onlangs verschenen derde
interim-rapport van de adviescommissie zedelijkheidswetgeving
(commissie-Melai)Wij citeren hieruit het volgende: "De commissie
acht de strijd tegen de uitwassen van de prostitutie in de eerste
plaats een zaak van bestuurlijke aard. Een op de plaatselijke om
standigheden afgestemd beleid - dat berust op de best mogelijke
informatie over de bestaande gang van zaken - kan in eerste instantie
het best worden gevoerd door de gemeentelijke overheid. De dagelijkse
besturen van de gemeenten beschikken ook over het meest doeltreffende
middel tot bestrijding van onaannemelijke vormen van bevordering van
prostitutie: de sluiting van de locatie waarin zij plaatsvindt.
Het strafrecht vormt in dit beleid de tweede linie: het dient - zo
nodig - ter sanctionering van de zoëven genoemde maatregel van
sluiting.
Meestal zal met politiecontrole kunnen worden volstaan, zodat het
strafrecht niet te hulp behoeft te worden geroepen. Zijn preventieve
betekenis blijft niettemin juist voor dat geval onverkort gelden.
Ten tweede kan strafrechtelijk optreden nodig zijn, als gemeente
lijke maatregelen ontoereikend blijken" (pag. 20).
Voor het overige menen wij U kortheidshalve ter nadere toelichting
te mogen verwijzen naar onze voor U ter inzage gelegde nota*:
Gemeentelijk beleid en openbare zedelijkheid, waarin achtereenvolgens
aan de navolgende aspecten aandacht is besteed: uitgangspunten,
inventarisatie, situatie in Breda, doelstellingen voor gemeentelijk
beleid, juridisch beleidsinstrumentarium en de Algemene Politiever
ordening.
Uit deze nota blijkt onder meer ook, dat wij U voorstellen om tot de
vaststelling van enkele nieuwe bepalingen te besluiten.