bij bijlage nr. 29
-2-
dat voor 1971 het beschikbaar te stellen bedrag per leerling be
doeld in artikel 186 van het besluit buitengewoon onderwijs 1967
voor de kernafdeling van de scholen voor kinderen met leer- en op
voedingsmoeilijkheden in beroep d.d. 12 december 1972 is vastge
steld op 385,50 en het bedrag bedoeld in artikel 189, lid 3, op
334,65;
besluit
a. het bedrag, dat de gemeente over het jaar 1971 voor de kernaf
deling van de openbare school voor individueel onderwijs werke
lijk heeft uitgegeven, voorlopig vast te stellen op totaal
28.889,13 1.962,50 30.851,63;
als voor (zonder instandhoudingskosten) 27.731,84 1.962,50
29.694,34;
b. het bedrag, dat overeenkomstig het krachtens artikel 186 van
het besluit buitengewoon onderwijs 1967 per leerling bepaald be
drag, in verband met het aantal leerlingen van de school over
het jaar 1971 beschikbaar is gesteld, voor de kernafdeling van
de openbare school voor individueel onderwijs voorlopig vast
te stellen op 78^ x 385,50 30.261,75
als voor (zonder instandhoudingskosten) 78y x 334,65
26.270,03.
c. het verschil tussen sub a en b bedoelde bedragen voorlopig vast
te stellen als volgt:
het bedrag sub a is 589,88 meer dan bedrag sub b;
als voor (zonder instandhoudingskosten):
het bedrag sub a is 3.424,31 meer dan het bedrag sub b.
Aldus vastgesteld in zijn openbare
vergadering van
De raad voornoemd
voorzitter.
secretaris.