bijlage nr. 240 -3- teerde sterke behoefte aan coördinatie en begeleiding niet wordt waargemaakt Er is duidelijk sprake van eenrichtingsverkeer, in die zin dat er nauwelijks sprake is van respons op het aanbod. Alle pogingen ten spijt kan niet worden gesteld dat de vormingswerker een harde werkbasis in Breda heeft. Zijn werkzaamheden stoelen grotendeels op een kunstmatige behoefte. Ten aanzien van de andere voorwaarde (een pluriform karakter van de bestuursvorm moet worden gegarandeerd) merken wij op dat het bestuur openstaat voor al degenen die de doelstelling willen on derschrijven. In deze zin voldoet Richting aan de gestelde voorwaarde. De omstandigheid dat het werk nog niet wordt gedragen door de Bredase gemeenschap is oorzaak dat van een feitelijke verbreding van de bestuurssamenstelling niet kan worden gesproken. In ons voorstel van 22 september 1976 (bijlage nr. 336) hebben wij Uw raad geadviseerd afwijzend te besluiten op het verzoek van de stichting om voor 1976 een subsidie toe te kennen. In de raadsvergadering werd door ons college, op verzoek uit Uw raad, het betreffende voorstel aangehouden, omdat met betrekking tot het onderhavige voorstel nieuwe gegevens en ontwikkelingen ter beschikking zouden staan, die op de besluitvorming van in vloed zouden kunnen zijn. Diverse instellingen en groeperingen hadden zich inmiddels tot Uw raad gewend met het verzoek te bevorderen dat de subsidiëring zou worden gecontinueerd. Overeenkomstig het verzoek hebben wij nadere contacten gelegd met de Nationale Commissie Ontwikkelingssamenwerking N.C.O. en het be stuur van de werkgroep Richting. Uit deze nadere contacten, alsmede bestudering van de recente ge gevens is ons gebleken dat wij onze mening, dat de eertijds gecon stateerde sterke behoefte aan coördinatie en begeleiding niet wordt waargemaakt, onverkort dienen te handhaven.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 952