bijlage nr. 240 _4_
Ons college wil niet ontkennen dat er - zij het in Breda latent -
behoefte bestaat aan informatie en bewustwording met betrekking
tot mondiale vraagstukken.
Naar onze mening heeft hierin de plaatselijke overheid geen
rechtstreekse taak, deze ligt veeleer indirect, namenlijk in
het voorwaardenbeleid. Wij hebben echter twijfels aan het func
tioneren van de stichting omdat wij vinden dat op de gesignaleerde
latente behoefte in het kader van dit voorwaardenbeleid niet juist
wordt ingespeeld.
Hiervoren hebben wij opgemerkt dat het bestuur openstaat voor al
degenen, die de doelstelling willen onderschrijven, maar ook dat
het werk niet wordt gedragen door de Bredase gemeenschap. De
nieuwste gegevens hebben ons in de mening bevestigd dat de werk
wijze van de stichting de verbreding ook niet in de hand werkt.
De stichting en zijn kosmopolitiek vormingswerker richten zich ir.
hun activiteiten op bepaalde groeperingen en gaan te veel voorbij
aan de samenhang en de participatie-mogelijkheden met anderen.
De doelstelling van de stichting is: onpartijdige en deskundige
voorlichting in de ruimste zin van het woord aan de Bredase be
volking, jeugdigen alsook ouderen en aan overige volksgroepen
en personen, over actuele, nationale en internationale vraagstuk
ken en het brengen van een nationaal denken naar een meer mondiale
verantwoordelijkheid en daarop gerichte activiteiten.
Wij menen dat de doelstelling van de stichting meer en eerder
gestalte moet krijgen in het laten doordringen van deze denk
beelden in de samenleving, speciaal via het sociaal-cultureel
werk, dan dat de nadruk komt te vallen op het entameren van eigen
activiteiten.
Uit de verslagen blijkt een andere opstelling. Zo wordt bij
voorbeeld nergens in de verslagen duidelijk op welke wijze de
stichting samenwerkt met instellingen, waaronder gemeentelijke,
die een veelheid van mogelijkheden hebben, zoals bijvoorbeeld
beroepskrachten die deskundig zijn op het terrein van documentatie
en voorlichting. Integratie van activiteiten van de stichting