bijl. nr. 218
de stichting. De gedachten hierover lopen parallel.
Het lijkt ons niet juist op alle aanbevelingen in te gaan, om
dat het bestuur op de eerste plaats zich hierover zal moeten
beraden en tot besluitvorming komen. Door de voorzitter van
de stichting is dit ook toegezegd.
Huisvesting.
Het is voor de samenstellers van het rapport duidelijk dat een
nieuw museumgebouw op korte termijn niet te verwachten is. De
mogelijkheden op korte termijn zijn beperkt. In het rapport
wordt gepleit voor verbetering van werkruimte voor het perso
neel. Concentratie van depots en werkplaatsruimten, verbetering
van de expositiemogelijkheden en de herinrichting van de bene
denzaal.
Wij onderschrijven de aanbeveling de thans verspreid liggende
depots te concentreren, te meer omdat de bestaande depóts niet
alleen verspreid liggen maar bovendien moeilijk toegankelijk,
inefficiënt en voor een deel ongeschikt zijn voor opslag. Voor
een deel van het personeel wordt hierdoor verbetering van werk
ruimte gebracht.
Met het bestuur zijn wij van oordeel dat met de herinrichting
en verbouwing van het bestaande museumgebouw verder moet wor
den gegaan dan de onderzoekscommissie voorstelt. De overwe
gingen hiervoor zijn dat het gebouw in ieder geval nog een rui
me periode als museum moet fungeren, verbetering van presenta
tie door een beperkt aantal ingrepen niet voldoende is en de
verbetering van de werkruimte voor het personeel moeilijk te
realiseren is. Concentratie van de depóts, tesamen met een werke
lijke verbetering van het hoofdgebouw, geven bovendien de mo
gelijkheid te bezien in hoeverre deze voorziening toereikend
is en welke tekortkomingen blijven. Wij tekenen hierbij aan
dat de voormalige Vleeshal, gebouwd in de 17e eeuw, bijzonder
fraai is en uniek gelegen
In de meerjarenbegroting is voorzien dat in 1980 met verbete
ring van de accommodatie kan worden begonnen. De structurele
verhoging van het subsidie is gesteld op 100.000,(kapi-
taallasten)