aan de raad der gemeente Breda Bijlage nr. 223 Fb/27859 24-5-1978 Voorstel van burgemeester en wet houders tot vaststelling van de "Verordening Rioolrechten 1979". De verordening rioolrechten 1978, zoals deze is vastgesteld in de vergadering van Uw raad van 23 juni 1977, is door de Kroon bij K.B. d.d. 23 augustus 1977 nr. 18 slechts tijdelijk goedgekeurd tot 1 januari 1979. Artikel 281 van de gemeentewet bepaalt, dat de Kroon een termijn kan vaststellen waarvoor een belastingverordening zal gelden. Deze tijdelijke goedkeuring is het gevolg van de bezwaren, die het ministerie van binnenlandse zaken heeft tegen het in Breda gehanteerd wordende systeem van heffing, welk systeem in het vervolg van dit voorstel onder Uw aandacht wordt gebracht. Oude grondslag. De vaststelling van genoemde verordening heeft Uw raad gebaseerd op artikel 277 van de gemeentewet, waarin onder letter b is be paald dat voor gemeentelijke belastingen worden gehouden de door de gemeente gevorderde rechten voor: 1e. het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de open bare dienst bestemde gemeentebezittingen of van voor de open bare dienst bestemde werken of inrichtingen, die bij de ge meente in beheer of in onderhoud zijn; 2e. het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verrichte diensten, tenzij deze bedrijfsmatig worden verstrekt of be staan in het tijdelijk ter beschikking stellen van gemeente- personeel. De verordening rioolrechten 1978 kent een tweetal heffingen, te weten het rioolrecht A en het rioolrecht B.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1045