bijl. nr. 223 -4- De financiële positie van de gemeente eist immers een jaarlijkse inkomstpost aan rioolrechten van ruim 3.000.000, Voor de realisatie van deze opbrengst hebben wij de volgende andere heffingsmogelijkheden overwogen. ALTERNATIEYE HE FFING3M0GELIJKHEDEN A. Het verhogen van de opbrengst van één van de onroerend-goed- belastingen met de vervallende opbrengst van het rioolrecht A of van beide onroerend-goedbelastingen voor een gedeeltei van de opbrengst, zulks met instandhouding van het riool recht B. B. Een heffing van het rioolrecht A met een andere grondslag, in welke heffing een tweetal belastingplichtigen kunnen worden betrokken te weten of - de eigenaren van de op het gemeenteriool aangesloten gebouwen of - de gebruikers van deze gebouwen. Na ampele overwegingen heeft ons college besloten voor de hef fing van het rioolrecht in 1979 en volgende jaren te kiezen voor de methode, waarbij de gebruikers van gebouwen worden aan geslagen naar de grondslag van het aantal afgenomen m3 water. Naar onze mening is deze methode de beste omdat: a. degene, die daadwerkelijk van de gemeentelijke dienstver lening profijt heeft ook de kosten van deze dienstverlening zal dragen; b. de hoogte van het bedrag van de retributie afhankelijk ge steld kan worden van de mate waarin men van deze dienstver lening gebruik maakt c. de invordering van het rioolrecht A op eenvoudige wijze plaats kan vinden middels de maandelijkse voorschotnota's van het energie- en waterbedrijf; d. het vervullen van de maandelijkse betalingsverplichting voor de belastingschuldige minder bezwaarlijk is dan het betalen van een jaarlijkse aanslag tot een bedrag dat twaalf maal hoger is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1048