U UvHyyU gemeente Breda Ml Bij bijlage nr. 223 I De raad der gemeente Breda; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op het bepaalde in artikel 26g, juncto artikel 277, onder b 2 van de gemeentewetde algemene wet inzake rijks belastingen en de wet van 22 mei 1845, Stb. 22; besluit vast te stellen de volgende verordening op de heffing en in vordering van rioolrechten in de gemeente Breda; Aard van de heffing. Artikel 1 In de gemeente Breda worden rechten geheven voor het lozen van water op de riolering van de gemeente en wel een recht ge naamd 1 rioolrecht A wegens het lozen van 0 tot 1 000 m3 water per jaar en 2. rioolrecht B wegens het lozen van 1000 of meer m3 water per jaar. Belastingplicht Artikel 2. 1. Voor het rioolrecht A en B zijn belastingplichtig zij, die bij het begin van het belastingjaar een gebouw gebruiken, dat op de riolering van de gemeente is aangesloten. Onder een gebouw wordt mede verstaan dat gedeelte van een ge bouw dat zijn begrenzing vindt in de kleinst mogelijke een heid van een gebouw, waarvan een zelfstandig gebruik gemaakt kan worden en waarvoor een afzonderlijke gas- en/of elek triciteitsmeter is geplaatst.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1053