bij bijl. nr. 223 I
-6-
Inning.
Artikel 1 3.
De inning van het rioolrecht A geschiedt per maand door de
directeur van het gemeentelijk energie- en waterbedrijf, waar
toe dit recht wordt opgenomen in het totaalbedrag van de maan
delijks op te maken voorschotnota's.
Invorderbaarheid en betalingswijze.
Artikel 1 6.
1. Het rioolrecht A moet worden betaald binnen de op de nota's,
bedoeld in artikel 15, aangegeven termijn, welke termijn is
vastgesteld in het zesde lid van artikel 27 van de energie-
en waterverordening 1976.
2. Indien een belastingplichtige het rioolrecht A niet tijdig
heeft voldaan, geeft de directeur van het energie- en water
bedrijf daarvan schriftelijk kennis aan het hoofd van de
functie betalingsverkeer met opgave van de naam, het adres,
het achterstallige bedrag en zo mogelijk de reden van niet-
betaling.
3. De aanslagen in het rioolrecht B zijn invorderbaar in twee
gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt een maand na
de dagtekening van het aanslagbiljet en de tweede twee
maanden later.
4. De betaling van het rioolrecht A geschiedt door storting of
overschrijving op de post- of bankrekening van het gemeente
lijk energie- en waterbedrijf.
5. De betaling van het rioolrecht B geschiedt door middel van
storting of overschrijving op de post- of bankrekening van
de gemeente.
Inwerkingtreding en citeertitel
Artikel 17.
Deze verordening kan worden aangehaald als "verordening
rioolrechten 1979". Zij treedt in werking met ingang van 1
januari 1979.