aan de raad der gemeente Breda Bijlage nr. 238 St/3/17680 21-6-1978 Voorstel van burgemeester en wethou ders tot ongegrond verklaring van het beroep van de heer W.J. Massar tegen de weigering van de bouwvergunning. Op 21 september 1977 is aan de heer W.J. Massar een bouwvergunning* geweigerd voor het plaatsen van een dakkapel aan het pand van de leon van Heilstraat 4. Deze weigering is gebaseerd op strijd met het bepaalde in artikel 34 van de bouwverordening voor de gemeente Breda. Artikel 34 van de bouwverordening stelt o.m. dat uiterlijk en plaatsing van een bouw werk moeten voldoen aan redelijke eisen van welstand. Het onderhavige bouwwerk is uit oogpunt van welstand onaanvaardbaar. Tegen dit besluit heeft de heer W.J. Massar op 21 november 1977* binnen de beroepstermijn bij Uw raad voorziening gevraagd, zodat de heer Massar in zijn beroep ontvankelijk dient te worden verklaard. In het beroepschrift worden de volgende argumenten naar voren ge bracht 1de achterzijde van het pand is overwegend de regenkant. Bouw kundig is dit een ongunstige factor met betrekking tot de water dichtheid van de te plaatsen dakkapel; 2. door het plaatsen van de dakkapel aan de achterzijde wordt de privacy van de bewoners aan de overzijde aangetast; dit in te genstelling tot de straatzijde, waar het uitzicht vrij is. Uit een oogpunt van woongenot is een dakkapel aan de straatzijde functioneler; 3. juridische feiten en omstandigheden zijn van dien aard, dat de gevraagde vergunning niet geweigerd had mogen worden. Als voor beelden: de panden Joris Nempestraat 32 en Willem van Heesstraat 12, alwaar eenzelfde dakkapel aan de voorzijde is aangebracht; 4. het argument dat de dakconstructie van de woning minder ge schikt is voor het type dakkapel dat gevraagd is, is niet steek houdend, daar dit type wel aan de achterzijde mag worden gebouwd op diezelfde minder geschikte dakconstructie;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1099