aan de raad der gemeente Breda K/32657 22-8-1978 Bijlage nr. 244 Voorstel van burgemeester en wet houders tot het benoemen van de leden en plaatsvervangende leden voor de commissie ex artikel 62 voor cultuur. De leden en de plaatsvervangende leden van de commissie voor cul tuur worden benoemd voor de duur van de zittingsperiode van de raad. Derhalve eindigt het lidmaatschap op 5 september a.s. In de verordening voor de commissie van cultuur, vastgesteld in de raadsvergadering van 26 april 1976, wordt bepaald (artikel 1): - de commissie bestaat uit elf leden; - vijf leden worden er uit de raad benoemd. Voor elk lid benoemt de raad uit zijn midden tevens een plaatsvervangend lid; wet houders zijn niet benoembaar; - zes leden en zes plaatsvervangende leden worden door de raad benoemd op voordracht van burgemeester en wethouders en zo mo gelijk twee personen voor ieder te benoemen lid en plaatsver vangend lidDeze leden dienen binding te hebben met sectoren van het maatschappelijk leven die belang hebben bij een ade quate instandhouding en ontplooiing van het culturele leven. Momenteel hebben als leden niet raadsleden zitting: 1. C. Dietvorst 2. F. Kloosterman 3. D. Kouwenhoven 4. J. Miedema 5. G. van der Pool 6. Mevr. M. Schijns- Janssen 40 jaar leraar pedagogische academie 67 jaar hervormd predikant em. 50 jaar leraar K.M.A. 53 jaar longarts 56 jaar fabrikant 37 jaar architecte De zitting hebbende leden zijn hernoembaar. De heer C. Dietvorst en mevr. M. Schijns-Janssen hebben te kennen gegeven niet voor herbenoeming in aanmerking te komen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1128