-,v yfjll zowel •keers- Gewezen mogen worden naar de rapporten: als een - Breda, profiel van de binnenstad 1972, waarin een inven tarisatie en analyse gegeven van het bestaande kern- _n de winkelapparaat ikel - Breda de binnenstad in perspectief van 1973, waarin op basis l. van een aangepast koopkrachtorihntatie-onderzoek een niet aantal doelstellingen en uitgangspunten zijn geformuleerd 3Ch- o.m. met betrekking tot het kernwinkelapparaat 3ht dan - Breda, de binnenstad in perspectief II van 1975. In dit rapport zijn op basis van de reeds bekende gegevens en 3teld prognoses de normen toegepast met als resultaat de be worden nodigde winkelvloeroppervlakte voor de binnenstad. traat- j in dat Het distributie-planologisch onderzoek en het onderzoek naar en. Mocht de distributie-planologische consequenties van een eventuele ssen de maxisvestiging zijn uitgevoerd naar aanleiding van een uit k Delprat- drukkelijk besluit van de gemeenteraad om mede hierdoor te llen dan komen tot een verantwoorde beslissing met betrekking tot de r op onder van de zijde van de Koninklijke Bijenkorf Beheer voorgenomen vestiging van maxiszelfbedieningswarenhuis aan de rand van rp-struc- de city. lijke De onderzoeken welke in 1 976 en 1977 hebben plaatsgevonden tie- zijn methodisch hetzelfde dan die uit periode 1971-1973» word t zodat in feite alleen sprake is van een actualisering, welke ens van nodig was om daarop voort te bouwen in het kader van de t terreii. maxisproblematiek. .et zijn Op grond van het bovenstaande komen wij tot de conclusie, dat het ontwerp-structuurplan niet in strijd is met het Besluit op de ruimtelijke ordening. Er is thans min of meer Ldige en een samenval van beslissingsmomenten. in de Een structuurplan is zoals bekend een zeer globaal plan. jlegen aan In een dergelijk plan kunnen/mogen eventueel witte vlekken sr dan vol- voor komen, terwijl tevens daarin definitieve beslissingen ictuur- t.a.v. bepaalde terreinen naar de verdere toekomst worden verschoven. Los van dit formeel aspect kan niet worden gezegd, dat noch de raad noch de burgers van Breda geen inspraak gehad hebben met betrekking tot een eventuele vestiging van een maxis. j

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 113