aan de raad der gemeente Breda CPVI/30.01 9 6-7-1978 Bijlage nr. 257 Voorstel van Burgemeester en wet houders tot het aanwijzen van een lid en een plaatsvervangend lid van het algemeen bestuur van het samenwerkingsverband voor auto matisering in de overheidsadmini straties in Midden- en West-Brabant (M.W.B. De raad besloot in zijn vergadering van 26 juni 1972 tot het aangaan van een gemeenschappelijke regeling met gemeenten en een hoogheemraadschap in Midden- en West-Brabant ter samen werking op het gebied van de administratieve automatisering. De bestuursorganen van het M.W.B. bestaan volgens de gemeen schappelijke regeling uit een voorzitter, een algemeen bestuur en een dagelijks bestuur. De afgevaardigde van de gemeente Breda heeft automatisch zitting in het dagelijks bestuur. Volgens artikel 7 van de regeling wijst de raad c.q. het alge meen bestuur van elke deelnemer uit zijn midden, de voorzitter daaronder begrepen, een lid en een plaatsvervangend lid aan. In de vergadering van 3 september 1974 werden door Uw raad als zodanig aangewezen de heren H. Broeders (lid) en J. van Graaf- eiland (plaatsvervangend lid). De zittingsduur van de leden en de plaatsvervangende leden van het algemeen bestuur valt' volgens artikel 9> lid 1 samen met de zittingsduur welke geldt voor de leden van de gemeente raad. Met het ingaan van de nieuwe zittingsperiode van Uw raad zul len derhalve opnieuw een lid en een plaatsvervangend lid moeten worden aangewezen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1167