bij bijl. nr. 269 Ten behoeve van de verdeel- en meetapparatuur voor de stadsverwarmingsinstallatie moet binnen het gebouw en indien het een woning betreft binnen een woning en zo veel mogelijk nabij de toegang, een kast zijn gemaakt met inwendig ten minste een hoogte van 2,05 m, een breedte van 0,75 m en een diepte van 0,35 m. Deze kast mag slechts mede dienen voor het plaatsen van de cen trale schakel-, verdeel- en meetapparatuur voor de elektriciteitsinstallatie. Vrijstelling kan worden verleend van het bepaalde in lid 1 ten aanzien van: a. de aanwezigheid van de kast binnen de woning en de afmetingen van de kast, indien het bouwplan aanlei ding geeft toe te laten, dat de verdeel- en meet apparatuur doeltreffend op een andere plaats wordt aangebracht b. het onderbrengen van de watermeter in de meterkast. Aldus besloten in zijn openbare vergadering van De raad voornoemd, voorzitter. secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1196