aan de raad der gemeente Breda Bijlage nr. 273 St/3/26328 12-7-1978 Voorstel van "burgemeester en wet houders tot het ongegrond verkla ren van het beroep tegen de aan schrijving d.d. 5 april 1978 van de heer H.J. Sonder. Op 5 april 1978 is de heer H.J. Sonder, Teteringenstraat 32, aangeschreven binnen een termijn van 14 dagen na dagtekening van die aanschrijving voorzieningen te treffen ter opheffing van de gebreken aan het pand Teteringenstraat 32a, Deze aanschrijving is gebaseerd op artikel 25, lid 1 van de wo ningwet en op artikel 307 van de bouwverordening voor de gemeente Breda. Artikel 25, lid 1 van de woningwet houdt het volgende in: Indien een woning a. wegens strijd met de bouwverordening of met de krachtens die verordening gestelde regelen of eisen of uit anderen hoofde ongeschikt ter bewoning is, doch door het treffen van voorzieningen alsnog in bewoonbare staat kan worden gebracht. b. ofschoon niet ter bewoning ongeschikt, wegens strijd met de bouw verordening of met de krachtens die verordening gestelde regelen of eisen of uit anderen hoofde noodzakelijke verbetering behoeft, schrijven burgemeester en wethouders degenen, die als eigenaar of uit anderen hoofde tot het treffen van de voorzieningen be voegd is, aan binnen een door hen te bepalen termijn de door hen aan te geven voorzieningen te treffen. Artikel 307 van de bouwverordening voor de gemeente Breda zegt, dat een bouwwerk zich niet mag bevinden in een toestand die gevaar op levert voor de veiligheid of nadeel voor de gezondheid dan wel schade of hinder voor de gebruikers of anderen of, voor wat tot bewoning bestemde gebouwen betreft, nadeel voor de bruikbaarheid van het gebouw ten gevolge van o.a. onvoldoende onderhoud. Naar aanleiding van eerdergenoemde aanschrijving heeft de heer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1206