IjUVj-yUp
gemeente Breda ^sjp
bij bijlage nr. 273
De raad der gemeente Breda;
voorgenomen het beroepschrift d.d. 16 april 1978, ingekomen
18 april 1978, van de heer H.J. Sonder, wonende Teteringen-
straat 32, tegen de aanschrijving van burgemeester en wet
houders d.d. 5 april 1978 tot het treffen van voorzieningen
ter opheffing van gebreken aan het pand Teteringenstraat 32a;
overwegende, dat de aanschrijving is gebaseerd op de artikelen
25, lid 1 en 30 van de woningwet en artikel 307 van de bouw
verordening voor de gemeente Breda;
dat van een aanschrijving als bedoeld in artikel 25 van de
woningwet beroep open staat
dat dit beroep binnen de in artikel 30 van de woningwet bepaalde
termijn is ingesteld;
dat met betrekking tot de door het gemeentebestuur geconstateer
de gebreken geen afdingende argumenten door appellant naar voren
worden gebracht
dat de aangevoerde argumenten niet ter zake doende zijn;
dat het beroep ongegrond dient te worden verklaard;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;
gelet op artikel 30, lid 1 van de woningwet en de artikelen
389 en 390 van de bouwverordening voor de gemeente Breda;
besluit