-26- In aansluiting op een advies van de afdeling bestuur en kabinet is in het verkeerscirculatieplan niet meer sprake van een parkeer- schap, maar van een parkeeradviesraad ex artikel 62 van de gemeentewet. Bij nader inzien menen wij echter vooral behoefte te hebben aan een orgaan, dat de belangen en zienswijzen van de velen die bij het parkeren zijn betrokken, op elkaar kan afstemmen. Daarbij gaat het met name om de afstemming van: - de belangen van de beheerders van de parkeervoorzieningen en die van de ondernemers en de bewoners; - de zakelijke belangen van de beheerders; - het tarievenbeleid op de voorwaarden verbonden aan het afdekken van tekorten op de exploitatie van het stedelijk openbaar ver voer door het rijk; - het toezicht op het parkeren en het algeheel politioneel toe zicht. Dit parkeeroverlegorgaan kan het college van burgemeester en wet houders adviseren met betrekking tot de uitvoering van het parkeer beleid binnen het kader van het verkeerscirculatieplan, het struc tuurplan voor de binnenstad en de meerjarenplanning. Uitdrukkelijk wordt gesproken over advisering binnen het genoemde kader. Zoals wij reeds hebben aangegeven is het parkeerbeleid gevat binnen de totaliteit van het verkeers- en vervoersbeleid en dit laatste hangt voor de binnenstad weer ten nauwste samen met het structuur plan. Het parkeerbeleid is als deelfacet te beperkt om zonder een derge lijk kader in een vaste adviesstructuur te worden geregeld. Tegen deze achtergrond komen wij tot de conclusie, dat volstaan kan worden met een informele vorm van overleg (parkeeroverlegorgaan) waar het er met name over gaat de belangen van de betrokkenen op elkaar af te stemmen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 126