aan de raad der
gemeente Breda
f)l
K/30644
10-7-1978
Bijlage nr. 293
Voorstel van burgemeester en wet
houders tot het toekennen van
subsidie aan de werkgemeenschap
De Kritiese Filmers.
In de raadsvergadering van februari 1976 heeft Uw raad aan de
werkgemeenschap De Kritiese Filmers voor 1976 een subsidie
toegekend van 10.000,-- als bijdrage in de huisvestings
kosten (bijlage 1976 nr. 54)*.
Bij de toekenning is destijds de kanttekening gemaakt dat een
eventuele continuering van het subsidie mede afhankelijk zou
worden gesteld van de standpuntbepaling van de rijks- en
provinciale overheid over de door de werkgemeenschap inge
diende subsidieverzoeken. Het besluit van 1976 moet gezien
worden als een beslissing ad hoe, omdat op dat moment nog
geen subsidiemethodiek ten aanzien van dit soort activiteiten
werd gehanteerd.
In ons voorstel betreffende de subsidiëring van het Aktiverend
Volksteater Breda (bijlage 1977, nr. 409)* hebben wij ons
standpunt uiteen gezet ten aanzien van het subsidiebeleid
voor instellingen als het Aktiverend Volksteater en de werk
gemeenschap De Kritiese Filmers. Het zijn instellingen die in
Breda gevestigd zijn en landelijk opereren.
Getoetst aan de uitgangspunten van de nota van "cultuur naar
kuituur" komen zij in aanmerking voor subsidie. Wij zijn
van oordeel dat de grondslag voor subsidie niet gevonden
moet worden in de exploitatie-kostenomdat deze slechts
voor een beperkt deel rechtstreeks in relatie staan met de
activiteiten in Breda. De grondslag moet gevonden worden in
het functioneren binnen de gemeente. Het aantal uitvoeringen,
dat ter plaatse wordt gegeven, is een norm die hieraan recht
doet
Uw raad kon zich vorig jaar met deze zienswijze verenigen.
De vraag of het rijk danwel de provincie subsidieert, doet in
dit verband dan ook minder ter zake.