gemeente Breda bij bijlage nr. 295 De raad der gemeente Breda; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders gelet op de artikelen 168, 269 en 277, eerste lid, aanhef en onder b, van de gemeentewet en artikel 20, tweede lid, van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1966; besluit vast te stellen de volgende verordening: Verordening op de heffing en invordering van rechten ter zake van het parkeren bij parkeermeters Artikel 1 Voor het laten staan van een motorvoertuig op plaatsen, als bedoeld in artikel 1 van de "parkeermeterverordening"wordt geheven: a. In de Catharinastraatde Cingelstraat en het Kasteelplein indien ten hoogste gedurende 30 minuten achtereen wordt geparkeerd f. 0,50 indien ten hoogste gedurende 45 minuten achtereen wordt geparkeerd f. 0,75 indien ten hoogste gedurende 60 minuten achtereen wordt geparkeerd f. 1, b. op de overige door burgemeester en wethouders op grond van artikel 1 van de "parkeermeterverordening"aangewezen plaatsen: indien ten hoogste gedurende 20 minuten achtereen wordt geparkeerd f. 0,25 indien ten hoogste gedurende 40 minuten achtereen wordt geparkeerd f. 0,50 indien ten hoogste gedurende 60 minuten achtereen wordt geparkeerd f. 0,75 indien ten hoogste gedurende 80 minuten achtereen wordt geparkeerd f1

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1293