f ft bij bijl.nr.295 2~ indien ten hoogste gedurende 100 minuten wordt geparkeerd f. 1,25 indien ten hoogste gedurende 120 minuten wordt geparkeerd f. 1,50 Artikel 2. Het recht wordt geheven van degene, die parkeert op de in artikel 1 genoemde plaatsen. Artikel 5. Het recht wordt bij vooruitbetaling geheven door het werpen van munten in de parkeermeterovereenkomstig de daarop ver melde aanwijzingen. Artikel 4. In geen geval bestaat het recht op teruggave van parkeergeld. Artikel 5. Het is verboden: a. gedurende de tijden waarin het parkeren op een parkeerplaats bij een parkeermeter slechts tegen betaling van parkeergeld is toegestaan, op die plaats een motorvoertuig te parkeren: 1. indien de parkeermeter niet in werking is, of niet on middellijk na aanvang van het parkeren in werking wordt gesteld. 2. indien de parkeermeter aangeeft dat de parkeertermijn verstreken is. 3. indien op de parkeerplaats reeds een motorvoertuig staat geparkeerd. b. enig muntstuk in een parkeermeter te werpen op een tijdstip dat niet samenvalt met of niet onmiddellijk volgt op de fei telijke aanvang van de parkeertermijn. c. een parkeermeter in werking te stellen op andere wijze, met andere middelen of andere munten dan op de parkeermeter is aangegeven

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1294