0
-3-
bij bijl. nr. 295
d. een fiets, bromfiets dan wel enig ander voorwerp tegen een
parkeermeter te plaatsen of te laten staan dan wel op zodanige
wijze in de nabijheid van een parkeermeter te plaatsen dat daar
door het gebruik van de parkeermeter wordt belemmerd of verhinderd.
Artikel 6.
i
Voor zover op overtreding van enige bepaling van deze ver
ordening straf is gesteld in artikel 139 van het reglement
verkeersregels en verkeerstekens wordt overtreding daar
van gestraft met een geldboete van ten hoogste tweehonderd
t
vijftig gulden.
sen
rer-
Artikel 7.
Burgemeester en wethouders kunnen een of meer gemeenteambte
naren aanwijzen, die in hun plaats treden met betrekking
tot de uitvoering van enige wettelijke bepaling met be
;eld
trekking tot de heffing en invordering van parkeergelden.
Artikel 8.
Deze verordening kan worden aangehaald als "Parkeergeld-
)laats
verordening 1979".
irgeld
•keren:
Artikel 9.
on-
wordt
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1979.
t
Op de dag van inwerkingtreding vervalt de "parkeergeld-
lijn
verordening"met dien verstande dat deze van kracht
blijft ten aanzien van de parkeergelden die voor 1
staat
januari 1979 verschuldigd zijn.
jdstip
le fei-
Aldus vastgesteld in de open
bare vergadering van
imet
De raad voornoemd,
;r is
voorzitter.
secretaris.